De Vn veroordeelt het geweld tegen de Catalanen, maar het blijft stil
Wie herinnert zich het Catalaanse onafhankelijkheidsreferendum van afgelopen oktober nog? Wekenlang vulden demonstranten de straten van Barcelona met Catalaanse vlaggen, op de dag van het referendum schoot de Spaanse ME rubberen kogels in het rond, tenslotte riep premier Puigdemont eenzijdig de onafhankelijkheid uit; kort daarna vluchtte hij naar Brussel.
De nasleep van deze hete herfst duurt tot op de dag van vandaag voort.
Want hoewel de internationale media-aandacht inmiddels grotendeels vervlogen is, worden in Madrid al sinds 2 november twee voormalige ministers van het Catalaanse parlement gevangen gehouden, net als twee prominente activisten voor onafhankelijkheid (‘de Jordi’s’, Jordi Sànchez en Jordi Cuixart). Oud-premier Puigdemont verblijft nog altijd als balling in Brussel, om aan zo’n ‘voorarrest’ te ontsnappen.
De vier gevangenen worden beschuldigd van opruiing, rebellie en misbruik van publiek geld. Zij mogen zelfs niet op borgtocht vrijkomen in afwachting van de rechtszaak – in tegenstelling tot zes andere Catalaanse ministers die in december vrijkwamen – omdat de rechter de kans op recidive te hoog acht. Let wel: het gaat hier niet om gewelddadige guerrilla’s, maar om twee keurige ministers en twee activisten die de menigte demonstranten expliciet opgeroepen hebben tot vreedzaam en geweldloos protest. Ter vergelijking: een verdachte van moord kan in Spanje wél op borgtocht vrijkomen.
Politieke gevangenen
De Catalaanse bevolking ziet de oud-ministers en ‘de Jordi’s’ dan ook zonder enige aarzeling als politieke gevangenen, die vastzitten vanwege hun verlangen naar Catalaanse onafhankelijkheid. De term ‘politieke gevangenen’ durft Amnesty International niet in de mond te nemen, al heeft ook de mensenrechtenorganisatie haar afkeuring over het inmiddels vier maanden durende voorarrest uitgesproken. Hoe gespannen de sfeer is, bleek enkele weken geleden toen een Madrileense kunstbeurs een fotoserie met portretten van de gevangenen liet verwijderen, op aandringen van de lokale overheid. Er is weinig fantasie voor nodig om deze krampachtige poging tot censuur op te vatten als symptoom van een slecht geweten.
Europese politici laten doorgaans – terecht – geen kans onbenut om hun morele afkeuring uit te spreken over anti-rechtsstatelijke ontwikkelingen, bijvoorbeeld in Hongarije en Polen. Toch blijft het in de richting van Spanje angstvallig stil. De Vlaamse vicepremier Jan Jambon is een van de weinige politici die zich, meteen al in november, kritisch uitliet: ‘Vreedzame mensen ineenkloppen, regeringsleden die in de gevangenis gestoken worden… Wat hebben zij verkeerd gedaan? (…) Ik stel mij daar dus zeker vragen bij en ik vraag mij af waar Europa in dit verhaal zit.’
Jambon is lid van de Vlaamse onafhankelijkheidspartij N-VA en zal dus zo zijn eigen motieven hebben om met de Catalanen te sympathiseren. Des te treuriger dat hij als enige politicus vraagtekens durft te plaatsen bij de oorverdovende stilte rondom de Spaanse gevangenen. Het gaat hier namelijk helemaal niet over het complexe vraagstuk van Catalaanse onafhankelijkheid: het is volkomen begrijpelijk dat internationale politici hun vingers aan die kwestie, inderdaad vooral een interne aangelegenheid, niet willen branden.
Geweldsmonopolie
Maar los van de vraag of Catalaanse onafhankelijkheid gewenst is of niet, staat de behandeling van de ministers en activisten in geen enkele verhouding tot hun ‘vergrijp’. De Spaanse regering gaat een politieke strijd met de Catalaanse onafhankelijkheidsbeweging uit de weg en zet in plaats daarvan haar geweldsmonopolie in om een – potentieel ingewikkeld en pijnlijk – democratisch debat de kop in te drukken. Als je de prominente figuren maar lang genoeg intimideert, dooft de onafhankelijkheidsbeweging vanzelf wel uit, lijkt de gedachte. Puigdemont heeft zijn hoop op een nieuw premierschap inmiddels inderdaad opgegeven.
Twee politici en twee activisten zitten al maanden in voorlopige hechtenis om uitermate dubieuze redenen. Deze grove schending van grondrechten is een schande voor de Spaanse rechtsstaat. Hoewel de internationale politieke gemeenschap al die tijd stilletjes haar ogen afwendt, heeft een groep advocaten uit verschillende landen de kwestie inmiddels aangekaart bij de Verenigde Naties.
De politieke gevangenen, hun achterban, en iedereen die om de Spaanse rechtsstaat geeft, verdienen meer internationale aandacht en steun. Van onze Europese politici hoeven zij die duidelijk niet te verwachten. Misschien wordt het daarom tijd om, totdat Madrid de politieke gevangenen vrijlaat, de boycot van de jaren ’70 te doen herleven. Toen vermeden veel Nederlanders Spanje als vakantieland vanwege het regime van generaal Franco. Bijkomend voordeel van de huidige situatie is dat u de zon niet eens hoeft te missen: u kunt gewoon op vakantie naar Catalonië.
Bron: Stop de Bankiers