Doe-het-zelf Transformatieoefening voor de maand Mei.
In de maand mei wordt het weer warmer en we richten ons weer meer naar buiten. Een mooie maand om je zelf wat meer veerkracht te geven in relatie tot anderen.
Hoe jij op anderen reageert, bepaal je zelf en toch kan je het gevoel hebben dat dat niet zo is. Het wordt namelijk voor een klein deel door je bewustzijn gestuurd en voor het overgrote deel door je onderbewustzijn waar o.a. je overtuigingen zich bevinden.
Gelukkig hebben we ingebouwde filters die ervoor zorgen dat niet alles telkens in ons bewustzijn komt, anders worden we gek, dat is te veel informatie om te verwerken en het kost veel te veel energie. Maar soms als je een gewoonte wil veranderen is het van belang om het onderbewustzijn in te duiken en een beperkende overtuiging bloot te leggen. Daar helpt een transformatiecoach je bij. Het goede nieuws is dat je ook al veel zelf kan doen.
Met de volgende oefening geef je jezelf meer kracht zodat je veerkrachtiger wordt in voor jou lastige situaties met anderen.
Benodigdheden: half uur tijd, twee stoelen (mogen ook twee kussens op de grond zijn), pen en papier, een plek waar je niet gestoord wordt.
Deze oefening is om alleen te doen, maar het is ook mooi om het samen te doen. Dan begeleid je elkaar om de beurt door het proces. Let op! De begeleider reageert niet op de persoon die het ondergaat. Geef als begeleider alleen instructies. Ga niet in dialoog en reageer niet, ook niet achteraf. Je kan je ervaringen met elkaar delen, maar ga het niet analyseren. Laat de ander volledig in zijn of haar eigen proces en hou jezelf op een gepaste afstand.
Deze oefening kan je ook vaker doen. Je wordt er steeds behendiger in en zal dan nog meer het effect merken.
Stap 1:
Zet twee stoelen tegen over elkaar – stoel A is de belevingsstoel en stoel B de krachtstoel. Je gaat eerst op stoel A zitten. De belevingsstoel.
Denk aan iets wat je echt zou willen veranderen bij jezelf. Iets waar je telkens tegenaan loopt, wat je steeds weer overkomt in relatie tot een bepaald persoon, je geliefde, een baas, je moeder, of bepaalde type mensen, dominante mensen, mensen, vreemden, familieleden. Denk aan de laatste keer dat het gebeurde. Maak het zo helder mogelijk voor jezelf.
Wie was erbij?
Wat deed of zei jij en wat deed of zei de ander(en)?
Wat voelde je? Werd je bijvoorbeeld verdrietig, boos of gefrustreerd?
Uitte je je gevoel naar de ander? Ging je er snel vandoor of kon je niks meer doen of uitbrengen?
Lukte het niet om je grens te stellen of deed je iets waar je achteraf spijt van had? Voel je iets?
Gebeurt er iets met je ademhaling?
Krijg je het warm of koud?
Waar voel je het precies in je lijf en hoe voelt het?
Is het klein of groot? Hard of zacht?
Heeft het een kleur, kan je er een woord aan geven?
Als je klaar bent haal je een paar keer diep adem en bedank je je zelf. Schrijf je ervaring op.
Stap 2:
Ga op stoel B zitten en beeld je in dat je toeschouwer bent. Als je van een afstand zou kijken naar de situatie die je net op stoel A herbeleefde en doet of je naar een toneelstuk kijkt, wat zie je dan als toeschouwer? Noem alles wat er in je opkomt.
Wat gebeurde er, wat deed de een, wat deed de ander als die er was. Wat denk je als toeschouwer dat de persoon in die situatie nodig had, wat zou hem of haar helpen om anders op de situatie te reageren? Bijvoorbeeld dat die gezien of gehoord werd, erkenning, liefde, beschermd. Schrijf het op.
Stap 3:
Blijf op stoel B zitten en stel je een moment in je leven voor, mag recent zijn maar kan ook langer geleden zijn dat je dat positieve gevoel wel ervoer. Dat je ultieme liefde voelde, of dat je erkent werd, gehoord, gezien, beschermd.
Beleef dat moment weer helemaal opnieuw.
Waar was je, met wie was je, herleef alle details en sensaties. Vul je op met dat gevoel. Geef het een substantie, een kleur, een woord. Stel je daarna voor dat je het ook uitstraalt. Vervolgens haal je weer drie keer diep adem en bedank je jezelf.
Stap 4:
Ga weer op stoel A zitten, op de belevingsstoel. Ga terug naar de situatie en stel je zelf het hele scenario opnieuw voor zodat je het weer beleeft. Maar dit keer bezit je die kracht waarmee je je zojuist hebt opgevuld. Voel wat die kracht met jou doet. Wat verandert er dan in de situatie? Wat doe je nu anders? Hoe voelt dat?
Alwine van Heemstra
