Vanaf deze zomer mogen ook de Belastingdienst en de marechaussee infiltreren en afluisteren
De marechaussee en bijzondere opsporingsdiensten als de Fiod mogen voortaan, net als de politie, infiltranten inzetten en vertrouwelijke communicatie afluisteren. Dat blijkt uit een wetswijziging die zonder veel ruchtbaarheid is aangenomen en deze zomer van kracht wordt.
Dit betekent dat bijvoorbeeld ook de Belastingdienst en de Arbeidsinspectie voortaan undercoveracties en afluisterapparatuur mogen inzetten bij personen die worden verdacht van misbruik en fraude.
Benodigde expertise
De verruiming van de wet is bedoeld om de georganiseerde misdaad effectiever te kunnen aanpakken. Tot dusver mocht alleen de politie deze bijzondere opsporingsmiddelen inzetten, bij zaken waarbij een vermoeden is van georganiseerde misdaad, een ernstige inbreuk op de rechtsorde of aanwijzingen voor een terroristisch misdrijf. Dat deed de politie soms ook op verzoek van bijzondere opsporingsdiensten.
‘We hadden al een vaste en nauwe samenwerking met de politie’, aldus de woordvoerder van de Fiod, de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst. ‘Het verschil is dat we het straks zelfstandig mogen uitvoeren.’ Volgens haar heeft de Fiod de benodigde expertise opgebouwd. ‘Voordeel is dat we in de nieuwe situatie slagvaardiger zijn en geen afhankelijkheidsrelatie hebben.’
Specialistisch personeel
De Stichting Privacy First is kritisch over het aangenomen wetsvoorstel. ‘Ik vind het schandalig dat hierover nauwelijks tot geen debat in het parlement en de media is gevoerd’, zegt stichtingsdirecteur Vincent Böhre. ‘Het gaat om een ingrijpende wetswijziging die nog meer inbreuk mogelijk maakt op de privacy van burgers. Dit maakt deel uit van een ontwikkeling die al langer gaande is en die leidt tot een steeds machtigere, alziende overheid die op eigen gezag burgers kan doorlichten zonder dat zij het doorhebben.’
Niet alle bijzondere opsporingsdiensten zullen gebruikmaken van de nieuwe mogelijkheden. De woordvoerder van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die onder meer onderzoek doet naar malafide uitzendbureaus, laat weten dat ze deze expertise nog niet in huis hebben. ‘Als we zoiets willen doen, vragen we het de politie. Hiervoor heb je specialistisch personeel nodig.’
Te vaak hoor je de kritiek: die undercoveragenten doen maar een dotje, ze rommelen maar wat aan
Peter Graafland, teamchef Afgeschermde Operaties van de Landelijke Eenheid Volgens de woordvoerder is de Arbeidsinspectie te klein om te investeren in zulke opleidingen. ‘Daarvoor komt het te weinig voor.’
Over samenwerking met de politie zijn al geruime tijd gesprekken gaande, zegt Peter Graafland, teamchef Afgeschermde Operaties van de Landelijke Eenheid.
Felle kritiek
In een interview met de Volkskrant verweren Graafland en recherchechef Rienk de Groot zich tegen de felle kritiek die undercoveroperaties vaak ten deel vallen. ‘We zoeken grenzen op’, zegt Graafland. ‘Maar mijn mensen wordt vaak ernstig tekortgedaan. Te vaak hoor je de kritiek: die undercoveragenten doen maar een dotje, ze rommelen maar wat aan.’
Graafland en De Groot benadrukken dat alle operaties vooraf worden getoetst door een officier van justitie, die in sommige gevallen naar een Centrale Toetsingscommissie stapt, een reflectiekamer van rechercheurs en officieren. Voor afluisteren is toestemming nodig van een rechter-commissaris. Undercoveracties worden vastgelegd in processen-verbaal en zouden dus transparant zijn. ‘Onze agenten kunnen zo nodig op een openbare zitting gehoord worden’, stelt Graafland.
Maar Böhre van Privacy First benadrukt dat processtukken over undercoveracties volgens de wet in sommige gevallen geheim mogen blijven, indien die geen relevante opsporingsinformatie hebben opgeleverd. ‘Dan kun je als verdachte dus nooit weten welke opsporingsmiddelen allemaal tegen je zijn ingezet. Dat staat op gespannen voet met een eerlijk proces. Dat moeten we als samenleving niet willen.’