Enorme groei van gedwongen opnames
Gedwongen opnames staan haaks op overheidsbeleid. Het kabinet wil verblijf in psychiatrische instellingen juist terugdringen. Daartoe passeerde vorige maand de Wet verplichte ggz de Eerste Kamer. Die nieuwe wet biedt patiënten meer inspraak in hun behandeling, betrekt familie en naasten daar meer bij, én maakt het mogelijk patiënten gedwongen thuis te behandelen. Eén van de doelen: minder gedwongen opnames in psychiatrisch ziekenhuizen.
Laatste redmiddel
Het Landelijk Platform Psychische Gezondheid MIND „maakt zich zorgen” over de toename van het aantal dwangopnames in psychiatrische klinieken. Recent onderzoek van deze koepel voor psychiatrisch patiënten en familie wees uit dat patiënten vaak niet weten waar ze terecht kunnen als het slecht met hen gaat. Als het fout gaat, zegt een woordvoerder, wordt dwangopname opgelegd als laatste redmiddel. „De impact daarvan is enorm traumatisch voor de patiënten.”
Johan Legemaate, hoogleraar gezondheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam en gespecialiseerd in dwangzorg, noemt de groei in dwangopnames een negatieve ontwikkeling. „Ik zou me als overheid echt achter de oren krabben hoe deze trend te keren.”
Legemaate ziet diverse oorzaken voor de stijging. Doordat de opnameduur in de zorg verkort is, worden psychiatrisch patiënten te snel naar huis gestuurd. Daardoor wordt de kans op terugval groter, zegt hij. De zorg voor de groeiende groep psychiatrisch patiënten die eerst in de kliniek en nu thuis worden behandeld is bovendien niet toereikend, zegt hij. „Het is makkelijker zicht te houden op honderd patiënten in een kliniek dan op honderd patiënten verspreid over het land.”
Minder tolerant
Niels Mulder, psychiater bij Bavo Europoort en bijzonder hoogleraar openbare geestelijke gezondheidszorg in Rotterdam, is gespecialiseerd in dwangopnames en doet hier veel onderzoek naar. Hij wijst erop dat de maatschappij harder en minder tolerant is geworden. „Mensen melden overlast en afwijkend gedrag mogelijk eerder.” Ook de verstedelijking speelt een rol. Buurten worden steeds onpersoonlijker, zegt Mulder, en daarvoor vallen ernstige psychiatrische problemen pas op als het echt fout gaat.
Mulder heeft twee keer per week crisisdienst en bezoekt dan patiënten van wie hij moet bepalen of gedwongen opname vereist is, al dan niet met spoed. Daarvoor toetst hij onder meer de aard van de stoornis, de mate van maatschappelijke teloorgang, verwaarlozing, suïciderisico en of de patiënt een gevaar voor anderen vormt.
Aanvragen voor een acute dwangopname komen vooral via huisarts, politie en uit de ggz zelf. Soms volgt een spoedopname op aandringen van de familie. De belangrijkste criteria, aldus Mulder, zijn een groot gevaar op zelfdoding en de kans dat de patiënt anderen iets aandoet.
Uiterst middel
Bij patiënten wie nooit eerder een acute dwangopname is opgelegd, is de psychiater extra streng voor zichzelf, zegt Mulder. Want is die drempel eenmaal genomen, dat is de kans op een dwangopname bij een volgende beoordeling groter, blijkt uit wetenschappelijk onderzoek.
Mulder vindt dwangopname niet per se slecht, als uiterst middel. Wat hem vooral stoort is de groei ervan doordat bij thuis behandelde patiënten ‘signalen’ worden gemist. De politiek vindt het blijkbaar geen probleem, zegt hij. Als je de lijn van de afgelopen tien jaar doortrekt naar 2030, zegt Mulder, moet je psychiatrische instellingen bijbouwen. „Gedwongen opnames zijn een zwaktebod van langdurig falende zorg.”
Auteur: Martin Kuiper/NRC