Geldsysteem

Einde verplichte zorgverzekering door uitspraak kantonrechter??

Zorgverzekeraar VGZ kan geen premie opeisen van iemand die geen verplichte zorgverzekering wil. Bij vonnis d.d. 18 april 2018 wijst kantonrechter mr. B.C. Vink van rechtbank Den Haag de eis van VGZ tot betaling van premie af.

Aangeklaagde Jordy Zwart voert in eigen verweer aan dat er geen overeenkomst bestaat met VGZ en dat de eis op basis van de verplichte zorgverzekeringswet uit 2005 onrechtmatig is. In lijn met het zelfbeschikkingsrecht (art. 1 IVBPR) kan er geen verplicht contract worden afgedwongen met een commerciële onderneming als Zorgverzekeraar VGZ.

Dat betekent dat De Nederlandse Staat de Volksgezondheid eerbiedig dient te bevorderen zonder bestraffing met dwang, beslaglegging, schulden en boetes. Schuldeiser VGZ en haar gemachtigde M.G. de Jong Gerechtsdeurwaarders en Incassokantoor verzuimen een overeenkomst met wilsverklaring te produceren en oefenen daardoor onrechtmatige dwang uit door samenspanning.

Daarbij blijkt bovendien, dat persoonsgegevens van Jordy Zwart zonder zijn toestemming, onrechtmatig verhandeld zijn, in samenspanning met CAK/Zorginstituut Nederland en de Gemeente van zijn woonplaats, vanuit de Basis Registratie Personen (BRP).

Er is geen contractuele verbintenis waaruit blijkt dat gedagvaarde daarmee wanbetaler is. De deurwaarder die door VGZ werd ingeschakeld, handelt -zo oordeelt de rechter in Den Haag- volledig onbevoegd, zonder onderliggende akte van cessie of ander rechtsgeldig document. Zwarts betoogt dat de verplichte zorgverzekering een vorm is van dwang/slavernij.

Wat is VGZ
VGZ is een oudere, door ziekenfondsen opgerichte, particuliere ziektekostenverzekeringsmaatschappij, die was bedoeld om mensen, die wegens overschrijding van de loongrens niet langer ziekenfondsverzekerd konden blijven, te voorzien van een goede en betaalbare ziektekostenverzekering. VGZ heeft van oudsher dus een sociale achtergrond.

In 1991 fuseerde VGZ met zes ziekenfondsen, alle operationeel in Zuid-Nederland. Hiermee anticipeerden deze partijen als eerste op de toenmalige plannen voor de vorming van een volksverzekering tegen ziektekosten.Bij deze nieuwe zorgverzekeringswet zou, zo werd verwacht, het onderscheid tussen particuliere verzekering en ziekenfondsverzekering verdwijnen

Uiteindelijk was het onder leiding van Hans Wiegel, dat Zorgverzekeraars Nederland, een verbond van alle grote verzekeringsbedrijven in Nederland, vanaf 1995 deze wet hebben voorbereid. (HIER) In 2006 werd deze van kracht door de aanname van de wet door Eerste en Tweede Kamer. Een van de bekende figuren uit de VGZ-directie (Raad van Bestuur) herkennen we als oud-minister van Volksgezondheid, Ab Klink. (Inderdaad: de man van de, door de Nederlandse Staat ingekochte, en 25 miljoen ongebruikte Mexicaanse griep-vaccins. HIER)

Terug naar het Vonnis
Uit het vonnis blijkt dat Zwarts de ingeschakelde zorgverleners (artsen, ziekenhuis e.d.) zelf betaalt. Er is hem niet bekend wie hem tegen zijn zin heeft aangemeld bij VGZ. Nu de VGZ geen overeenkomst kan overleggen en geen uiteenzetting heeft gegeven hoe die tot stand zou zijn gekomen, wordt de vordering van VGZ afgewezen. VGZ is door de kantonrechter veroordeeld in de proceskosten en aan betaling van € 30,- aan gedaagde Zwarts. Dit vonnis heeft echter, ook al praten we over een ‘simpele’ rechtszaak van een particulier tegen een van de grote ziektekostenverzekeringsmaatschappijen, al met al toch grote betekenis.

Want of hiermee het Nederlands zorgverzekeringsstelsel in stand kan blijven, valt ernstig te betwijfelen, nu  het onder dwang opeisen van premie niet langer houdbaar is zonder onderliggende wilsverklaring van de betreffende burger (art. 3:33BW). En natuurlijk is de kans heel groot dat VGZ en/of CAK in hoger beroep zullen gaan en dus zal afgewacht moeten worden of dit vonnis stand zal houden. Maar dat beide organisaties ernstig en vooral fundamenteel de wet hebben overtreden, is duidelijk gemaakt in het vonnis van de rechtbank op 18 april jl.

Dit zijn enkele -voorlopige- conclusies die getrokken kunnen worden.

  1. In toekomstige zaken zal de gewaarschuwde rechtspraak nog nauwlettender gaan kijken, naar wat bijvoorbeeld de publiekrechtelijke voorgeschiedenis van gedaagde is: cruciaal wordt daarin om de gedaagde het stelsel van politieke verenigingen gemachtigd heeft om namens hem/haar besluiten te nemen en tot wet te verklaren. Oftewel, heeft de gedaagde in het verleden gestemd bij de verkiezingen.
    Want daarmee is -vanuit juridisch perspectief- een machtiging verleend tot het uitvaardigen en onder dwang handhaven van wetten. Zoals gezegd, cruciaal, want stemmen = macht verlenen aan….. En wie dan vervolgens in het eigen zwaard valt, heeft pech gehad.
  2. Is de voornaamlijk publiekrechtelijk handelend positie voldoende gedefinieerd? Simpel gezegd: is de man/vrouw in kwestie zich bewust van het verschil tussen de Mens en de juridische bevoegdheid als burger (art. 1.1 BW) en is hiernaar gehandeld; door bijv. jouw naam te claimen?
  3. Is de wilsverklaring (art. 3:33BW) voldoende onderbouwd en dermate waterdicht, dat zelf (!) een beroep op de, voor burgers niet wettelijk toepasbare, Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens, toch mogelijk is. Naast art. 1 GW en art 1:1 lid 2 BW.

Kortom, het is best een ingewikkelde zaak, wanneer we dieper naar dit vonnis kijken. Temeer is het vreemd, dat de grote media geen of heel weinig aandacht besteed hebben aan deze zaak. Wij hebben in het verleden rechtszaken verloren, waar het maar om èèn fout woord ging. Vandaar mijn niet aflatende oproep tot het bundelen van krachten en de organisatie van zoveel mogelijk bewuste mensen in onze provinciale ondersteuningsteams.

Luca vdf/van Dinther /WantToKnow.nl/be

https://www.zn.nl/338067458?newsitemid=1044774914

Toon meer

Related Articles

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to top button