Daarom werd ik niet hersendood verklaard
Er is nogal wat contradictie en discussie over orgaandonatie en afgelopen zaterdag was ik op een congres in Breda, waar vooraanstaande sprekers zouden spreken.
Het werd een enerverend congres en ik mocht meeliften met Annet Wood, schrijfster van het zwartboek over orgaandonatie. Erwin Kompanje begon met een uiteenzetting over hersendood en er gingen veel handen omhoog, als teken van dat men een vraag wilde stellen. Dat gebeurde een keer of drie en steeds waren het ‘persoonlijke’ vragen over wat de dood precies was, die Kompanje makkelijk ‘pareerde’.
Toen hij commentaar gaf bij een foto, van een jongen met zwaar hersenletsel en zei, dat dit logischerwijze ‘fataal’ hersenletsel was en tot de hersendood had geleid, stond ik op. Ik vroeg een microfoon aan een medewerker en stelde geen vraag, maar gaf commentaar.
Ik stelde, dat het een misvatting was, om met zo’n getoond letsel uit te gaan van hersendood, omdat er bij mij, 20 jaar terug, zeker 4x zoveel hersenletsel was geconstateerd en dat ik zeker niet hersendood was.
Daarop reageerde Kompanje met de vraag:
”Is er bij u ooit hersendood vast gesteld?”
Die ‘logische’ vraag, als verdediging, had ik voorzien en antwoordde:” Nee, want ik had néé in mijn codicil staan, maar mijn vriendin is wel aangeraden om afscheid te nemen, omdat ik nooit meer wakker zou worden. Ik had een negatief E.E.G. en was een kasplantje geworden.
Juist omdat ik néé had staan, werd mijn verpleging voortgezet, tot ik, tegen alle verwachtingen in, uiteindelijk toch wakker werd. Kompanje had geen commentaar meer en dat is wat ik wilde. Toen zei ik :”Ik heb MRI-foto’s bij me waarop de hersenschade zichtbaar was en dat hij die van mij mocht zien en dat alle aanwezigen welkom waren om dat in de pauze ook te doen”.
Na drie maanden ziekenhuis, ging ik naar de revalidatie en vlak daarna is een E.E.G. gemaakt; het rapport daarvan is bewaard gebleven. In dat rapport wordt de conclusie getrokken van een ernstige diffuse cerebrale stoornis, met aanwijzingen voor een hersenstam-functie stoornis.
Drie maanden nadat ik in coma raakte, was nog aantoonbaar dat mijn hersenstam niet goed functioneerde! Die stoornis was de oorzaak dat mijn temperatuur en hartslag daalde naar 35 en mijn ademhaling stagneerde en ik ‘verhuisde’ naar Alkmaar, waar wel ademhalingsapparatuur was.
Aanvullend, heb ik drie maanden gerevalideerd en nu, 20jaar later, rijd ik auto en motor, met nog maar ¾ van mijn hersenen. Het enige restverschijnsel dat ik ervaar, is mijn verloren oriëntatie-gevoel. Ik kan verdwalen in mijn eigen huis, omdat het stuk hersenen waar die oriëntatie zat, compleet verdwenen is.
Dus ja, ik ben letterlijk de weg kwijt en heb een ‘waterhoofd’’, maar dat is heel wat anders dan hersendood!
Hersendood is een ‘wetenschappelijk’ verzonnen staat van zijn, alleen maar omdat het levende organen oplevert! Mensen, waarvan hun hersenen tijdelijk ‘buiten werking’ zijn, vanwege een trauma, of ziekte, zijn niet ‘hersendood’ omdat de wetenschap toevallig even geen materialistische bevestiging kan vinden voor ‘bewustzijn’ met machines.
Zolang je hart nog klopt, is het moord om iemand zijn organen te ‘gebruiken’, waardoor diegene uiteindelijk zal sterven.En nee, ik kwam niet ‘terug’, ik ben nooit weggeweest. Mijn hersenen hadden tijd nodig om, om te leren gaan met de schade die ontstond door een hersenontsteking.
Onderstaande MRI-foto is er één van de dik 400 die, in januari 2014, op mijn verzoek gemaakt zijn.
Die foto staat ook in mijn tweede uitgegeven boekje,
http://www.piramidions.nl/node/120 waarin ik, onder meer, mijn weg terug beschrijf.
Ons bewustzijn zit niet in onze hersenen, maar zijn een ‘instrument’ om dat, zoals een t.v. of radio dat doen, af te tappen uit ons universum. Als we leren om onze ‘ontvangst ‘ anders in te stellen, krijgen we ook een ander leven.
Namastee,
Peter Sattva.
http://www.truthaboutorgandonation.com/files/pdfs/PETER_OETELAAR.pdf