Milieu

De kledingindustrie en de impact op het milieu

Van sommige dingen die je doet is het overduidelijk dat ze niet echt milieuvriendelijk zijn. Vliegen naar de andere kant van de wereld bijvoorbeeld. ‘s Ochtends nét iets langer douchen dan misschien nodig is. Wegwerpplastic gebruiken. Met de auto naar je werk gaan.

Maar bij andere dingen zijn we er veel minder mee bezig. Een voorbeeld: onze kleding.
Door de fastfashionindustrie groeit de vraag naar goedkope kleding, en daarmee groeit ook de milieu-impact van jurken, broeken en jassen.

Gemiddeld gooiden mensen in 2014 wel 60 procent meer kleding weg dan in 2000. En ieder jaar brengen we ongeveer 85 procent van onze garderobe naar de vuilnisbelt.

Doordat we zoveel kleding weggooien, maar natuurlijk ook door de manier waarop het geproduceerd wordt, is de kledingindustrie verantwoordelijk voor zo’n 10 procent van de totale CO2-uitstoot, meer dan de uitstoot van alle internationale luchtvaart én het transport over zee bij elkaar.

Daarnaast ontstaan er over de hele wereld tekorten aan water door de industrie en raakt er water door vervuild. Daarnaast levert de kledingindustrie een flinke bijdrage aan de hoeveelheid plastic in onze oceanen.

Dit is de impact van fastfashion op onze planeet.

De kledingproductie is sinds het jaar 2000 ongeveer verdubbeld.

Mensen kochten in 2014 60 procent meer kleding dan in 2000, maar de kleding verdween twee keer zo snel in de prullenbak.

In Europa maakten kledingmerken die met fast fashion werken in 2000 gemiddeld nog maar twee collecties per jaar, inmiddels zijn dat er vijf.

Sommige merken maken er nog meer. Zara maakt bijvoorbeeld 24 collecties per jaar en H&M tussen de 12 en de 16.

Veel kleding eindigt uiteindelijk op de vuilnisbelt. Iedere seconde wordt daar wereldwijd het equivalent van één vuilniswagen vol gedumpt.

Tot wel 85 procent van alle kleding die we kopen verdwijnt ieder jaar op vuilnisbelten. In volume is dat genoeg om de hele haven van Sydney mee te vullen.

Maar niet alleen het weggooien van kleding heeft een impact op het milieu. Door onze kleding te wassen komt er jaarlijks 500.000 ton aan microvezels in de oceanen terecht. Dat is het equivalent van 50 miljard plastic flesjes.

Veel van die microvezels bestaan uit polyester, een vorm van plastic die naar schatting in 60 procent van de kledingstukken wordt gebruikt. Bij de productie van polyester komt twee tot drie keer meer CO2 vrij dan bij katoen, en polyester breekt niet af als het eenmaal in de oceaan zit.

In een rapport dat in 2017 werd gepubliceerd door de Internationale Unie voor Natuurbescherming (IUCN) wordt geschat dat 35 procent van alle microplastics in de oceaan terecht zijn gekomen door kleding te wassen.

31 procent van al het plastic in de oceaan is microplastic.

De kledingindustrie is verantwoordelijk voor 10 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen. Dat is meer dan de uitstoot van alle internationale vluchten en het transport over zee bij elkaar opgeteld.

Als de mode-industrie niets verandert, zou het in 2050 verantwoordelijk kunnen zijn voor 26 procent van de totale uitstoot, blijkt uit een rapport van de Ellen MacArthur Foundation uit 2017.

De mode-industrie is ook de op een na grootste gebruiker van water ter wereld.

Er is ongeveer 2.500 liter water nodig om één T-shirt van katoen te maken. Daar kan één persoon drieënhalf jaar van drinken.

Voor een broek is nog veel meer water nodig: ruim 7.500 liter. Daar kan één persoon tien jaar

Waarom er zoveel water nodig is voor de productie van kleding?

Katoen is een behoorlijk dorstig gewas.

In Oezbekistan was er voor de katoenteelt bijvoorbeeld zoveel water nodig dat het Aralmeer in vijftig jaar tijd bijna volledig is opgedroogd. Het hoorde ooit bij de grootste meren op aarde, maar is nu vooral een woestijn

De kledingindustrie zorgt er ook voor dat veel water vervuild raakt doordat de kleding geverfd moet worden. Dat is de op een na grootste oorzaak van watervervuiling ter wereld. Het water dat overblijft na het verven, wordt vaak namelijk gewoon gedumpt in sloten of rivieren.

Voor het verven van kleding zijn ongeveer 2 miljoen Olympische zwembaden aan water per jaar nodig.

Al met al is de kledingindustrie verantwoordelijk voor een vijfde van alle watervervuiling.

Maar het tij keert. Sommige kledingmerken sluiten zich bijvoorbeeld bij initiatieven aan om de vervuiling van de kledingindustrie terug te dringen en katoen op duurzamere wijze te telen. In maart lanceerde de VN de Alliance for Sustainable Fashion, die pogingen om de kledingindustrie te verduurzamen zal coördineren.

 

Bron: UNEP, The New York Times, The Guardian
Bron: WRI
Bron: Business Insider
Bron: Ellen MacArthur Foundation
Bron: IUCN
Bron: Greenpeace, WR
Bron: United Nations Economic Commission for Europe (UNECE), World Resources Institute (WRI)
Bron: UNEP, Ellen MacArthur Foundation
Bron: United Nations Environment Programme (UNEP)
Bron: McKinsey & Company, Ellen MacArthur Foundation
Bron: European Parliament
Bron: Zero Discharge of Hazardous Chemicals, Better Cotton Initiative, UNEP

 

 

Toon meer

Related Articles

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to top button