Wij worden cyborgs!
De digitalisering van de wereld gaat steeds sneller. Tot voor kort betrof het alleen onze leefomgeving.Nu staan wij aan het begin van de volgende technologiegolf,de digitalisering van de mens zelf.
De transhumanistische utopisten, zoals Ray Kurzweil,dromen van een digitale toekomst waarin de mens door middel van geavanceerde technieken een combinatie van ICT (Informatie- en Communicatie Techniek), AI (Artiflcial Inteligence), robotica, gentechnologie en Nanotechnologie van alle ziektes en andere ellende verlost wordt.
Het idee is de ‘verbetering’ van het menselijke lichaam en intellect door technologie. In vaktermen spreekt men van ‘human enhancement’. De versmelting van biologie en technologie leidt volgens de transhumanisten tot
de volgende evolutiefase waarin wij als perfecte individuen op weg zijn naar ongeëvenaarde intelligentie en onsterfelijkheid.
Wij worden cyborgs!
Met geavanceerde prothesen, kunstmatige organen. genetische manipulatie van voedsel, genetic screening en hersenimplantatie- doemen fantastische nieuwe mogelijkheden op waarmee veel mensen geholpen kunnen worden.
Veel mensen omarmen techniek omdat ze gefascineerd zijn door alle nieuwe mogelijkheden. Velen zijn er ook van overtuigd dat al onze individuele en mondiale problemen – die voor een groot gedeelte het gevolg zijn van grootschalige toepassing van techniek – ook weer door geavanceerdere techniek opgelost kunnen worden.
Ik vind dit een gevaarlijke cirkelredenering,omdat voor mij de mens meer is dan alleen materie en wij nog
veel te weinig weten van alle relevante natuurlijke en menselijke processen.
De tegenovergestelde houding is technofobie, de angst voor nieuwe technologieën en hun uitwerkingen. Het gevaar is dat je je blindstaart op mogelijke negatieve uitwerkingen van moderne techniek, zoals het verslaafd raken aan sociale media en computerspelletjes, milieuproblemen door grootschalige toepassing van techniek en nog veel meer.
Zo’n houding is niet zinvol omdat je de ontwikkelingen niet terug kunt draaien en zinvolle innovaties blokkeert.Technologiepessimisme is zeker niet mijn insteek. Ik vind mijn vakgebied nog steeds mooi en intrigerend. Ik zie alleen steeds duidelijker dat de zinvolle omgang met technologie in het algemeen en digitale technologie in het bijzonder alleen mogelijk is vanuit een spiritueel mens- en wereldbeeld.
Vanuit het besef dat er meer is dan alleen materie, is kennis van de spirituele krachten achter technologie een absolute noodzaak om de omgang met techniek in goede banen te leiden.
Noch technofolie noch technofobie is zinvol. Voor mij gaat het om het vinden van een evenwicht. Een evenwicht dat flexibel is afhankelijk van de situatie en de persoon of groep. Voor het vinden van zo’n evenwicht is bewustzijn nodig van de dieperliggende aspecten van mens en techniek.
De essentiële vraag is ‘wat betekent het om mens te zijn’ en in het verlengde hiervan ‘hoe kunnen wij het beste met techniek omgaan’?
Zijn wij alleen een slimme brok materie of hebben wij ook zoiets ais ziel en geest?
Met andere woorden zijn onze emoties, onze inzichten, onze moraliteit en ons zelfgevoel alleen nog niet begrepen functies van onze fysieke hersenen of is meer aan de hand?
Bestaat bewustzijn ook los van het fysieke lichaam? Bestaat er een niet-materiële geestelijke wereld?
Na veel omzwervingen, studie en persoonlijke ervaringen is het voor mij duidelijk dat het laatste het geval is. Maar in wezen gaat het erom dat wij ons niet blindstaren op materiële fenomenen, maar open staan voor dat er nog meer is.
De essentie van ‘mens zijn’ is voor mij de mogelijkheid tot innerlijke ontwikkeling, broederschap (meeleven met de ander en er voor hem zijn) en verantwoordelijkheid gebaseerd op moraliteit.
Dit zijn dingen die zich niet laten digitaliseren, hooguit door techniek ondersteunen. Zo lang onze intrinsieke waarde als mens maar niet in het geding komt.
Bovendien wil ik helemaal geen perfecte cyborg worden en ook niet van alle ongemak verlost worden. In mijn ogen zijn handicaps, ziektes en tegenslagen niet toevallig, maar vertellen ons iets. Juist in de omgang met pijn en ellende kun je innerlijk groeien.
Omdat de mens in mijn ogen meer is dan zijn fysiek lichaam geloof ik niet in de transhumanistische toekomstdromen van de perfecte en onsterfelijke mens. Het verhelpen van fysieke ongemakken kan veel bijdragen aan een gelukkig leven. Maar wil dit leven ook zinvol zijn, is het nodig om ook ziel en geest te ontwikkelen.
Dit is een kwestie van persoonlijke en spirituele ontwikkeling. Natuurlijk kunnen slimme apparaten jou helpen om voor een gezond lichaam te zorgen als basis voor een gezonde geest. Maar de rest is een kwestie van inspanning.oefenen en leren.
De transhumanisten willen ons wijs maken dat persoonlijke ontwikkeling zonder inspanning, alleen door slimme technologie bereikt kan worden.Zo vreemd het misschien op het eerste gezicht klinkt, ook techniek heeft dieperliggende spirituele aspecten. Om te beginnen komt techniek niet uit de hemel vallen.
Voor het naïeve bewustzijn is de ontwikkeling van de techniek een soort autonoom proces. Het realiseert zich niet dat alle technologie een externalisatie is van eigenschappen van de mens.
Als wij de werkingen niet aan ons zelf zouden kunnen waarnemen zouden wij nooit alle slimme ideeën kunnen bedenken die zich uiteindelijk in techniek manifesteren.Mechanische technologie kun je zien als toepassing van de mechanische eigenschappen van ons lichaam.
De wetmatigheden van onze stofwisseling vinden wij in de scheikundige technologie terug en ons vermogen tot logisch denken in de informatietechnologie. Het naïeve bewustzijn realiseert zich ook niet dat de technologie die wil scheppen op zijn beurt weer ons wereldbeeld en onze normen en waarden verandert.
Wij hebben baat bij technologie,passen ons aan en willen meer van hetzelfde.Met enig historisch besef kun je dit overal zien. De uitvinding van de stoommachine leidde tot de eerste industriële revolutie. De uitvinding van de verbrandingsmotor veranderde onze mobiliteit op een revolutionaire manier.
Daarvan plukken wij nu de vruchten, maar ook de schaduwkanten worden steeds knellender: files, milieuproblemen door uitstoot van schadelijke gassen en fijnstof, en nog veel meer.
Sinds de uitvinding van de computer in de tweede helft van de vorige eeuw leven wij in een wereld die steeds digitaler wordt. Samen met de opkomst van internet in de jaren 90 van de vorige eeuw heeft dit tot de informatierevolutie geleid. Alles draait om informatie en wij leven in een informatiemaatschappij met een globale 24/7 economie die op informatie draait.
Wij zien hier een heuse kringloop. Vanuit een mens- en wereldbeeld creëren wij techniek en in de omgang met de artefacten evolueert weer ons mens- en wereldbeeld. Wij veranderen door de artefacten die wij scheppen! In de loop van de geschiedenis had je de mens als mechanische marionet, als scheikundige fabriek en nu ook nog bepaald met een slimme hersen-computer die alles bestuurt.
Zo lang wij naïef, d.w.z. zonder bewustzijn van wat er hier eigenlijk gaande is, in deze kringloop staan, dreigt het een vicieuze cirkel te worden die steeds sneller draait.Een tredmolen die wij zelf geschapen hebben en waarin wij steeds harder moeten hollen naar een onduidelijk doel toe.
Aan de ene kant staat de verleiding die van techniek uitgaat, bijvoorbeeld van alle mooie digitale gadgets. Hierbij hoort ook de grootheidswaan die je heel duidelijk bij de transhumanisten ziet.De waan om alles onder controle te kunnen hebben, de illusie van de maakbaarheid van mens en maatschappij d.m.v.technologie en de arrogantie tegenover meer traditionele gemeenschappen die niet in bezit zijn van onze hoogontwikkelde wetenschap en technologie.
Aan de andere kant staat het starre en mechanische aspect van techniek dat je in de hele huidige maatschappij terug kunt vinden. Niet alleen in techniek zelf, maar ook in organisaties.
Dit is de koude wereld van intellect en materie, waar gevoel en geest geen rol in spelen. Het is de wereld van de vaste patronen,de ongereflecteerde meningen, de regels en de algoritmen die ons leven bepalen.
Op het ogenblik zien wij alle mogelijke apparaten steeds ‘slimmer’ en autonomer worden.
Het probleem is dat dit alles onder het mom van verhoging van efficiency en gemak geïntroduceerd wordt, terwijl ons leven steeds complexer, ondoorzichtiger en onvrijer wordt.
Het gevaar dat wij onze individuele en collectieve vrijheid aan machines uitleveren is duidelijk aanwezig. Als techniek een externalisatie van menselijke eigenschappen is, is zij tevens een spiegel waarin wij onszelf kunnen zien:onze eigen lichamelijke gesteldheid in de algemene eigenschappen van techniek, ons karakter in hoe wij met techniek omgaan en ons mens- en wereldbeeld in de dingen die wij uitvinden en in de wereld zetten.
Een vergrootspiegel ook nog, omdat de techniek door haar massiviteit alles opblaast. In dit spiegelbeeld zien wij natuurlijk ook de twee boven genoemde geestelijke krachten die door ons heen werken en onze zwaktes triggeren. De confrontatie hiermee is meestal niet zo fijn.
Wij komen er dan bijvoorbeeld achter hoe zwak onze wil is om de bovengenoemde verleidingen van digitale techniek en sociale media te weerstaan.Als wij kritisch kijken beseffen wij ook hoe weinig wij eigenlijk over onszelf en onze leefomgeving weten.
Dit geldt voor de fysieke aspecten en nog veel meer voor de werking van ziel en geest. Dit betekent dat wij ook de werking van techniek alleen op een oppervlakkige manier kunnen inschatten. Dit zou ons tot voorzichtigheid kunnen manen m.b.t. het ongereflecteerd toepassen van nieuwe technologie.
Dat de gevolgen vaak pas veel later zichtbaar zijn maakt de zaak nog extra moeilijk.
Wie had er bijvoorbeeld in het begin van de internetrevolutie kunnen bevroeden dat excessief gebruik tot ontwikkelingsachterstanden bij kinderen en verslaving kan leiden?
Alles bij elkaar, leidt techniek niet alleen tot volstrekt nieuwe mogelijkheden, welstand en gemak, maar ze houdt ons ook een spiegel voor waaraan wij ons kunnen ontwikkelen. Als wij maar in staat zijn om de spiegel te zien en de moed hebben om ook echt erin te kijken.
Ik ben blij dat er steeds meer bewustzijn komt dat de ongebreidelde toepassing van techniek ook haar schaduwkanten heeft.Maar in mijn ogen blijven deze kritische kanttekeningen zo waardevol ook voor een groot gedeelte aan de buitenkant hangen.
Ik ben ervan overtuigd dat het nodig is om ook de diepliggende spirituele aspecten mee te nemen om de verdere ontwikkeling van techniek in goede banen te kunnen leiden.
Dieter K. Hammer
Emeritus hoogleraar (TU/e), Technische lnformatica