Sparen wordt bestraft
De rente wordt kunstmatig laag gehouden door de Europese Centrale Bank (ECB). Je zou kunnen denken dat dit voor iemand die een rentevrije economie voorstaat wordt toegejuicht. Dit is echter niet het geval. In dit financiële stelsel waarin geld met geld verdienen zo’n belangrijke rol speelt is het een slechte zaak voor mensen die geen verstand van beleggen hebben, die er geen belangstelling voor hebben, of die te weinig geld beschikbaar hebben om zo te beleggen dat ze er geld aan over houden.
Een spaarzaam volk
Nederlanders hebben 368 miljard euro spaargeld op de bank staan (mei 2019) en dit bedrag neemt nog toe, ondanks dat er geen rente op wordt vergoed, er wel vermogensrendementsheffing moet worden betaald en ondanks dat er zelfs een negatieve rente dreigt. Waarom houden Nederlanders desondanks vast aan sparen?
Vooral omdat het ‘sparen voor later’ zo stevig erin is gebracht. Beleggen vinden veel spaarders niet aantrekkelijk of ze hebben er negatieve ervaringen mee. Het is ook een feit dat de kans klein is dat je een vermogen van minder dan 500.000 euro kunt laten groeien door beleggen. Ten eerste omdat je er geen verstand van hebt en ten tweede omdat je geen ervaren vermogensadviseur kunt betalen.
Degenen die met een hype meegaan, zoals met de Bitcoin, beleggen vaak net op het verkeerde moment. Dit is vast herkenbaar. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, adviseurs die mensen echt van dienst willen zijn op het glibberige terrein van het beleggen. De meeste gaat het echter vooral om de eigen portemonnee.
Beleggen
Beleggen is vooral het terrein van de vermogenden, die zich kunnen omringen met de beste adviseurs en die voldoende hebben om zonder veel risico te hoeven nemen, veel verdienen aan hun beleggingen. Omdat de winst voor de een het verlies of tekort voor de ander inhoudt, zien we in de afgelopen decennia een enorme groei van het bezit van enkelen en verarming van velen.
Dit komt onder andere tot uiting in de huizenprijzen en in de huren. Degenen die geld voor zich laten werken drijven de woonkosten op. In iedere euro die voor een huis wordt betaald of voor huur, zit minstens de helft aan directe en indirecte betalingen aan beleggers. Het gevolg hiervan is dat de koopkracht van de meeste mensen steeds meer onder druk komt te staan. Eenvoudig gezegd is koopkracht dat wat je met je euro kunt aanschaffen.
Als een brood tien jaar geleden 1,50 euro kostte en nu 3 euro, dan is de koopkracht gebaseerd op het brood gehalveerd. De kosten van alle uitgaven zijn nu bijvoorbeeld 1.000 euro en waren tien jaar geleden voor hetzelfde pakket 500 euro. Dan is je koopkracht gehalveerd voor het hele pakket, als je loon in de afgelopen tien jaar gelijk is gebleven. Dit is de realiteit van veel Nederlanders, vooral niet-werkenden maar ook veel werkenden.
Geen geld met geld verdienen
Als we geld met geld verdienen afschaffen, dan is dat voor relatief weinigen een ramp. De meeste mensen worden er niet door getroffen. Er wordt weliswaar geen rente op spaargeld gegeven, maar dat gebeurt nu toch ook al niet. Het grote voordeel van het afschaffen van geld met geld verdienen is dat de grootste veroorzaker van inflatie weg is. Het geld behoudt dan zijn waarde, tenminste als er niet meer geld wordt bijgedrukt dan een eventuele economische groei rechtvaardigt.
Het kan ook andersom, als er een krimp is, omdat er gewoon minder nodig is, dan kan de hoeveelheid geld worden verminderd. Geld met geld verdienen schrappen is ook rechtvaardig, want daardoor wordt de opbrengst van de inspanningen die mensen leveren niet langer afgeroomd door hen die geld voor zich laten werken. In een eerder artikel heb ik geschreven dat ook belastingheffing aan herziening toe is als geld met geld verdienen wordt afgeschaft.
Belastingheffing is inherent aan het huidige onrechtvaardige systeem, waarin werken wordt belast en geld voor je laten werken wordt beloond. Er is geen steekhoudend argument aan te voeren dat in een beschaafde samenleving gemeenschapszin moet worden afgedwongen door belastingheffing. Kortom, werk aan de winkel, om het tij te doen keren.
© Ad Broere