Vuilniszak van de Stille Oceaan nog voller dan gedacht
In het oceaangebied tussen Hawaï en Californië bevindt zich zeker vier keer meer plastic afval dan gedacht. In gewicht bestaat bijna de helft ervan uit visnetten. Dat blijkt uit de tot nog toe grootste expeditie in dit oostelijk deel van de Grote Oceaan. Het onderzoek werd geleid door het Delftse bedrijf The Ocean Cleanup, dat een technologie ontwikkelt om plastic afval van het zeeoppervlak te verzamelen, te verwerken en te verkopen. De studie is donderdag gepubliceerd in het tijdschrift Scientific Reports.
„Het is een zeer behulpzaam onderzoek.
Weer een slag beter dan wat er was”, zegt Bart Koelmans, hoogleraar Water- en sedimentkwaliteit aan de Wageningen Universiteit. Hij is gespecialiseerd in plastic vervuiling in rivieren en zeeën, en was niet betrokken bij het onderzoek.
Plastic vervuiling in zee is de laatste vijftien jaar meer en meer in de belangstelling gekomen,
Mede door beelden van dode vissen, zeevogels, schildpadden die verstrikt waren geraakt in visnetten, of plastic in hun maag hadden. Plastic kan ook schadelijk zijn doordat stoffen als pcb’s en vlamvertragers zich eraan hechten en in de voedselketen terechtkomen. „Maar hoe groot de schade van plastics aan ecosystemen precies is, kunnen we nog niet zeggen”, aldus Koelmans.
De nu gepubliceerde studie was bedoeld om beter zicht te krijgen op de hoeveelheid en de aard van het plastic dat zich in het oceaangebied tussen Hawaï en Californië verzamelt. Het is de plek met het meeste plastic afval ter wereld en wordt daarom ook de Great Pacific Garbage Patch (GPGP) genoemd. Als gevolg van de cirkelvormige zeestroming daar, gyre genaamd, verzamelt plastic zich er. Wereldwijd zijn er vijf van zulke gyres.
Oceanograaf Laurent Lebreton, eerste auteur van het artikel, zegt dat vorige studies aan de GPGP zich vooral richtten op deeltjes tot 5 centimeter groot. In zo’n onderzoek wordt plastic tot zo’n twee meter onder het zeeoppervlak opgepikt door schepen die speciale netten achter zich aan slepen. Deze metingen worden aangevuld met waarnemingen van grotere stukken plastic vanaf het schip. Lebreton: „Maar ons idee was dat je dan niet alles meekrijgt.” Daarom, zegt hij, is het onderzoek uitgebreid.
Zo zijn er ook netten gebruikt voor grotere stukken afval. Ook maakten en analyseerden de onderzoekers bijna 7.300 luchtfoto’s van het gebied, dat ongeveer zo groot is als Iran. En terug aan land is de samenstelling van de ruim 1 miljoen verzamelde stukken plastic gekarakteriseerd.
Hard plastic
Driekwart van het gewicht aan plastic komt van deeltjes groter dan 5 centimeter. Behalve netten gaat het om touwen, kratten, flessen. Meestal is het hard plastic, van polyethyleen of polypropyleen. Op 50 items was de productiedatum nog te lezen. De helft was van na 2000, de oudste van 1977. 386 items hadden herkenbare tekst, meestal Japans of Chinees.
Op basis van modelberekeningen schatten de onderzoekers dat 10 tot 20 procent van het aangetroffen plastic afval is terug te voeren op de tsunami van 2011 voor de kust van Japan. Ook concluderen ze dat in de afgelopen veertig jaar de hoeveelheid plastic afval is verdrievoudigd naar 1.230 gram per vierkante kilometer.
Door Marcel aan de Brugh
Bronnen
https://www.nature.com/articles/s41598-018-22939-w
https://www.nrc.nl/nieuws/2016/12/23/het-duistere-lot-van-het-drijvende-plastic-5908941-a1538027